• Boek

  • Archief

Nee

Journalinda: Als je een medeweggebruikster brullend uitscheldt met in een zin een blasfemie, een ziekte en een vrouwelijk geslachtsdeel, alleen omdat die 80 rijdt waar je 100 mag op een eenbaansweg zonder inhaalmogelijkheid terwijl je geen seconde van je kostbare werktijd kan missen, dan weet je dat je vervaarlijk balanceert op het randje van overspannenheid.

Ik heb momenteel zo’n week met een studiedag van school, de volgende dag een studiedag van de crèche en een (vaste) opdrachtgever die, net voor het drukke weekend, meldde dat deze week vijf klussen af moeten zijn, waarvoor de interviewkandidaten net na het weekend nog gezocht moesten worden. Terwijl er voor andere opdrachtgevers ook nog van alles moet gebeuren. Zelfs iets voor een opdracht die eigenlijk al was afgerond, goedgekeurd en op internet gepubliceerd, maar toen toch nog aangepast moest worden.

Waardoor ik mijn man van alles verwijt, vooral dat hij alleen thuis komt om te eten en mij het opruimen, de kinderen en overige huishoudelijke taken laat doen. Terwijl ik nog zoveel te doen heb, ook voor mijn belachelijke hoeveelheid vrijwilligersklussen.

“Je kan ook nee zeggen”, krijg ik daarop te horen.
Terwijl ik diep ademhaal om hem eens flink voor van alles lelijks en goors uit te schelden, gaat er een lampje branden. Net op tijd. Hij heeft gelijk.

Vanaf vandaag ga ik vaker nee zeggen.

Nee tegen het vrijwilligerswerk dat me niets oplevert behalve tijdgebrek, nee tegen opdrachtgevers die het onmogelijke vragen en, nu ik toch bezig ben, ook nee tegen opdrachtgevers die denken dat ik een klussen wel voor weinig wil doen omdat we elkaar ergens van kennen.

Het wordt niet makkelijk. Niet voor mij en niet voor mijn omgeving, die gewend is aan een deurmat met een nepglimlach die zich in alle bochten wringt om het iedereen behalve zichzelf naar de zin te maken. En haar frustraties afreageert op haar gezin en onwetende medeweggebruikers.

Wens mij en mijn omgeving sterkte…