• Boek

  • Archief

Mamadag

Journalinda: Waar ik als freelancende moeder het meest mee worstel, naast het chronisch gebrek aan tijd, is de combinatie kinderen en “even snel een klusje doen”. Ik weet dat ik het niet moet doen, proberen te werken op “mamadagen”, maar soms kan het niet anders. Als freelancer wil ik elke dag bereikbaar zijn voor opdrachtgevers en potentiële opdrachtgevers. Ik moet er niet aan denken dat ik een opdracht misloop omdat ik mijn telefoon uit heb staan. Dus loop ik het risico dat ik gebeld word als ik met de kinderen bezig ben.

Zoals verleden week. Ik zat met Ilse (3) in de tuin. Mijn telefoon ging. Ik nam op. Het was een man die mijn naam en nummer had gekregen van een andere opdrachtgever. Hij had ook een film nodig. Met spoed. Ik liep naar binnen om aantekeningen te maken. Ilse was het daar niet mee eens. Ze riep me. Volgde me en bleef me roepen. ‘Mama, Mama, Mama’. Ik kon de man aan de telefoon bijna niet verstaan en gebaarde tegen Ilse dat ze even stil moest zijn. Ze lachte en ging verder: ‘Mama, Mama, Mama.’ Voor haar was het een spelletje.

Ik probeerde me terug te trekken op de gang, maar Ilse omklemde mijn been en schoof mee. Ik vroeg de man zijn laatste zin te herhalen, want ik verstond hem niet goed door het “Mama, Mama, Mama”. Eigenlijk had ik bijna niets van zijn hele verhaal verstaan. Ook de herhaling verstond ik niet. Ik trok de peuter van mijn been af en duwde haar de tuin in. Ik vroeg het buurmeisje Amy, die af en toe oppast, om het van me over te nemen. Amy riep Ilse, maar die volgde mij weer naar binnen. Amy kon niet achter Ilse aan, want de schutting zat op slot. Nu zong mijn dochter: ‘Mama, Amy, Mama, Amy, Mama, Amy.’

Ik verontschuldigde me nogmaals. De man lachte en zei dat zijn kinderen deze fase gelukkig achter de rug hebben. Ondertussen zong mijn dochter door: ‘Mama, Amy, Mama, Amy’. Ik zette mijn dochter op de bank, rende naar de gang en trok de deur dicht voor ze die kon bereiken . Ze riep me, en bonkte op de deur, maar ik kon de telefoon nu beter verstaan. Ik begreep dat de man al twee draaidagen had ingepland, checkte mijn agenda en noemde mijn prijs. De man zei dat hij het zou voorstellen aan de financiële afdeling en de volgende ochtend van zich zou laten horen. Ik kon me niet voorstellen dat hij dat zou doen. Wie huurt er nu een hysterische huisvrouw in voor een serieuze bedrijfsfilm? We hingen op, ik verliet de gang en legde de telefoon weg. Ilse liep de tuin in om te gaan spelen.

Ik twitterde mijn frustraties van me af en kreeg een paar tips voor de volgende keer: stop het kind vol koekjes, zet haar voor de tv, sluit je op op de wc.

De volgende dag belde de man niet terug. Ik besloot Ilse’s zakgeld in te houden vanaf het moment dat ze het zal krijgen tot haar achttiende. Toen vatte ik moed en belde ik zelf terug. Al was het maar om bij hem niet voorgoed bekend te staan als “desparate housewife” met een camera. Ilse was nu tenslotte op de crèche: lekker rustig. Hij was blij dat ik belde. Hij had namelijk zelf nog geen tijd gehad, maar de opdracht ging door!

Als je werkplek wegvalt…

Deze week het gastblog van Rimke de Groot!

Mijn werkplek was altijd gewoon mijn werkplek: een bureau in de woonkamer met daarop mijn computer, een printer, overal papieren, vakbladen en tijdschriften en bakjes en laatjes voor de administratie. Daar dacht ik verder niet bij na. Tot die maandag in mei, toen een deel van de galerij van het appartementengebouw waar ik woonde instortte en alle bewoners op stel en sprong hun huizen uit moesten. Meteen, zonder iets mee te nemen. Ineens stond ik buiten, vanachter een roodwit lint naar mijn huis te kijken.

Ik had op dat moment natuurlijk wel wat anders aan mijn hoofd, maar er stonden voor die middag ook twee telefonische interviews in mijn agenda. De agenda die binnen op mijn bureau lag en waar ik dus niet bij kon. Ik ben naar mijn ouders gegaan, die gelukkig in de buurt wonen en waar ik onder andere het internet op kon om de telefoonnummers van mijn interviewkandidaten op te zoeken. Eerst dacht ik er nog over de interviews gewoon door te laten gaan, maar daar stond mijn hoofd toch niet naar, en gelukkig kon ik ze verzetten.

Eerst dacht ik nog dat ik in de loop van de week wel weer naar huis zou kunnen, maar dat bleek niet zo te zijn. Op donderdag kregen we te horen dat het minimaal drie maanden zou duren voordat het gebouw weer bewoond mocht worden, en inmiddels is duidelijk dat ik pas rond de kerst terug mag naar mijn huis.

Al snel hoorden we wel dat we op woensdag via een hoogwerker even ons huis binnen mochten om twee tassen met de belangrijkste spullen te vullen. Dat waren voor de meeste mensen natuurlijk kleding, toiletspullen, medicijnen en dat soort dingen, maar voor mij had mijn computer de hoogste prioriteit. Zonder computer kon ik immers geen werk doen, al mijn contacten, e-mails, artikelen waaraan ik werkte, alles stond in die computer. Ik moest speciale toestemming vragen om ‘m mee te nemen, maar gelukkig kreeg ik die.

Niet dat ik die eerste week veel aan werken toekwam trouwens. Er moest van alles geregeld worden en elke dag waren er vergaderingen en bijeenkomsten, allemaal overdag. De computer was ondertussen aangesloten bij mijn ouders, waar een paar weken later ook al mijn andere spullen tijdelijk bezorgd werden, omdat het hele appartementengebouw ontruimd moest worden.

Inmiddels heb ik een tijdelijke werkplek voor mezelf ingericht, waar ik weer redelijk normaal mijn werk kan doen, behalve dan dat mijn vaste telefoon hier nog steeds niet werkt. Maar toch is het niet helemaal zoals op mijn vaste werkplek, met een prachtig uitzicht over de stad en de weilanden en de heerlijke rust waarin ik het beste werk. Door dit alles besef ik me pas hoe waardevol mijn werkplek was en zal ik er straks nog meer van genieten.

En jullie, hebben jullie wel eens door omstandigheden tijdelijk ergens anders moeten werken?