• Boek

  • Archief

Bie mien op de boerderieje: gezinsuitbreiding

Adine: Zoals een aantal van jullie wel weten, hebben wij een hangbuikzwijntje. Die is bij ons gekomen toen we naar Friesland zijn verhuisd; de vorige eigenaren wilde haar en haar vriendje naar de slacht brengen. Dat vonden we behoorlijk sneu en omdat we er toch de ruimte voor zouden krijgen, besloten we om ze bij ons te verwelkomen. Zo ver kwam het niet helemaal; het ene varkentje stierf voortijdig, het andere kwam alleen bij ons. En dat hebben we geweten. De eerste weken kwam er praktisch elke dag wel iemand aan de deur melden dat ergens een hangbuikzwijn was, of het van ons was. Avonden volgden die uitsluitend gevuld waren met duwen, trekken, terug lokken, achterna rennen, uitglijden en van ellende de dierenambulance maar bellen (die hoefden maar uit de auto te stappen, of ze meldde zich weer netjes bij haar huisje).

Na het plaatsen van schrikdraad ging het enige tijd goed, maar dat bleek heel onhandig te zijn met maaien. Uiteindelijk kreeg Lappie een nieuw huisje, een nieuw hek en ging het op zich redelijk goed. Behalve dan dat ze wel een beetje alleen leek te zijn. En dat dat toch wel heel sneu was. Maar na onze ervaringen dachten we er natuurlijk niet over om er nog een bij te zetten. De kans dat ze elkaar niet liggen is groot en we wisten al dat het niet makkelijk was om een nieuw huis te vinden voor een hangbuikzwijn. Dus, maar even volhouden.

Tot deze week de oplossing ineens dichterbij bleek dan gedacht: onze buren hebben er ook één! Die is al wat ouder, ligt eigenlijk alleen nog maar te slapen en komt heel af en toe eens buiten. Waarom niet eens proberen of die twee het met elkaar kunnen vinden? Mocht het niet lukken, dan gaan ze allebei gewoon weer naar hun eigen huis toe. Dus gisteren mocht het varken van de buren een flinke wandeling maken. Onder begeleiding natuurlijk. Bij de weg en over het fietspad werd het even lastig, maar toen hij weer gras onder z’n hoeven voelde, stapte hij weer dapper door. De langste wandeling die hij in zijn hele leven gemaakt had, maar het leek hem niets te deren. Hekje open, varken erin, afwachten.

En: het ging boven verwachting goed! Lappie was duidelijk over the moon met gezelschap en gedroeg zich als een soort verliefde bakvis die haar nieuwe vlam geen seconde uit het oog wilde verliezen. Knorrie vond vooral het gras interessant en liet zich de aandacht van het andere geslacht welgevallen. Ook ’s avonds, toen ze beiden in hetzelfde huisje moesten bivakkeren, ging het behoorlijk goed. Vanmorgen trof ik de twee aan terwijl ze op gepaste afstand van elkaar, maar duidelijk op hun gemak, in het stro lagen. So far, so good. Nu is het afwachten of het ook als de nieuwigheid er een beetje vanaf is goed gaat, maar het lijkt erop dat deze verhuizing voor allebei goed heeft uitgepakt!

Lappie en Knorrie in (onder) het stro

Lappie en Knorrie in (onder) het stro